11 augustus 2011

Maak je kind queer!


Een klein kind leeft in een wereld van veilige zekerheid: Ouders houden van hun kinderen en van elkaar. Een huis is warm en veilig en er is eten als je honger hebt en drinken als je dorst hebt. Het paradijs is zo dichtbij.
Dan is daar de dag, hij komt altijd, dat er een ogenblik van ontdekking komt, meestal gevolgd door een vraag; Hoe komt het dat Marietje wel elke dag kadootjes krijgt van sinterklaas en ik niet? Waarom drinkt die baby uit een flesje en die andere uit zijn mama?

Er is altijd een moment dat een kind zijn onschuld verliest, de vrucht van goed en kwaad ontdekt en vragen gaat stellen over het hoe en waarom in de wereld. En dat is goed; het is een stap in de natuurlijke ontwikkeling van iedereen. Het is niet de bedoeling dat een kind in het gelukkige, zekere en vastomlijnde paradijs blijft zitten dat volwassenen ‘onschuld’ noemen. Op zeker moment ziet een kind dat de wereld groter is dan het eigen kringetje van ouders, familie, broertjes en zusjes en de poes. Het kind wordt nieuwsgierig, onderzoekend, stelt kritische vragen waar een volwassene niet altijd een kant en klaar antwoord op weet. Waarom gaan de buren naar een andere kerk dan wij? Wat is martelen? Waarom doen mensen elkaar pijn? Waarom doen mensen dieren pijn? Wat is heteroseks?

Belangrijk is wat een ouder doet met de vragen van het kind. Geeft hij een strak en eenduidig antwoord dat geen ruimte voor twijfel openlaat, wimpelt hij de vragen van het kind af met een ‘dat leg ik je later nog wel eens uit, daar ben je nu nog te klein voor’, of gaat hij mét het kind op onderzoek uit naar het hoe en waarom van de wereld. Door ‘queer’ te zijn; onderzoekend, vragend, kritisch, grensvervagend, op zoek naar een nieuwe manier van naar de wereld kijken.
Door samen op die ontdekkingsreis te gaan, niet te focussen op het beantwoorden van deze vraag maar op de ontwikkeling van het kind wint de ouder nog het kind het paradijs van zekerheden en onschuld terug, wel wint hij de wereld erbij. Een wereld die niet altijd mooi, veilig en zeker is, een wereld waar meer vragen zijn dan antwoorden. Dat is wel de wereld waar wij in leven en waarin het kind een plaats moet vinden en een verschil kan maken. Door queer te blijven kijken, vragen te blijven stellen en open op onderzoek uit te gaan.

Kindervragen:

Queer:

De bijbel queer gelezen:


24 juli 2011

een kind moet wel kind kunnen zijn...


Een kind is een kind, tot ie groot wordt…
Hoelang duurt de kindertijd? Wat is een goede leeftijd om je kind voor te lichten, wanneer mag de verkering blijven slapen, wanneer kan je kind klusjes doen, helpen in het huis, een baantje nemen, begrijpen dat er soms geen geld is, alleen thuis zijn, alleen op vakantie gaan, op zichzelf gaan wonen… hoe snel of hoe langzaam wordt je kind groot?

Er was een tijd dat kinderen maar erg kort ‘kind’ konden zijn; gezinnen woonden met allen in 1 kamer waar werd gegeten, geleefd, geslapen, gevreeën en gestorven. Jongens van 7 of 8 jaar gingen met hun vader de mijn in of aan het werk op het land, meisjes van nauwelijks ouder gingen naar een ‘dienstje’ of kregen ook klussen in de fabriek of in het boerenbedrijf. Ganzen, geiten of varkens hoeden, mijnkarretjes duwen, het vee eten geven, tabaksbladeren rollen, bollen pellen, fruit plukken, allemaal klusjes die uitstekend door kinderen gedaan kunnen worden. De invoering van de leerplicht was voor veel kinderen vooral een verzwaring van hun dagtaak; naast hun gewone werk, moesten ze ook naar school!  
Met de economische groei en welvaartsstaat werd het minder noodzakelijk dat kinderen een bijdrage leverden aan het gezinsinkomen. De kinderen konden de hele dag naar school en konden ‘kind zijn’. Ze hoefden niet meer snel groot te worden. De huizen werden groter en er ontstond een verschijnsel als een kinderkamer; wat tekenend is voor de afzondering van het kind uit de ‘grotemensenwereld’. Het kind werd een aparte soort, afgeschermd van de wereld van de volwassenen. Kinderen kregen eigen speelgoed, kleren en boeken. Boeken waarin een wereld van elfjes, prinsessen en zeemeerminnen werd geschetst.
De klassieke sprookjes werden herschreven om de ‘tere kinderziel’ te beschermen; Roodkapje en haar oma werden gered uit de wolf, in latere versies werden ze zelfs gered vóór ze zijn opgegeten. De prinses moest de kikker gaan kussen om een prins tevoorschijn te toveren, (in plaats van hem tegen de muur te gooien) en zelfs de kleine zeemeermin overleeft aan het einde van het verhaal.  Kinderen kwamen te leven in een wereld van verzorgd worden, spel en onmondigheid. Ze nemen geen deel (meer) aan het dagelijkse leven van de volwassenen.

Inmiddels, in het begin van de 21e eeuw rijden kinderen op de achterbank van het ene naar het volgende clubje, stapt een ouder naar school als het kind straf krijgt, zijn de speeltuinen verplicht kunstgras en zachte ondergrond aan te brengen, worden alle speeltoestellen regelmatig gecontroleerd en gekeurd. Daarnaast toont onderzoek aan dat de hersenen van jongeren niet in staat zouden zijn tot plannen, tot het dragen van verantwoordelijkheid en het zien van gevolgen van hun daden. Jongeren vertonen vaak een soort vreemde combinatie van wereldwijsheid en naïviteit; ze weten alles van voortplanting, seks en drugs en rock&roll, tegelijk raken ze snel in paniek als er werkelijk iets gebeurt, een ongeluk of een akelige ziekte of onverwachte gebeurtenis. Ze zijn open en zelfstandig, tegelijk zullen ze niet gauw ergens voor door het vuur gaan, het moet allemaal wel leuk blijven.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen; jongeren die alle verleidingen weerstaan voor hun sport of hun passie. Veel jongeren hebben echter weinig tot geen binding met de wereld om hen heen; ze leven slechts voor zichzelf, voelen geen verantwoordelijkheid voor hun omgeving en geen verbondenheid met anderen. De maatschappij, dat ben jij! Een poging om de verbondenheid op te krikken, lijkt gedoemd te mislukken, en toch is het zo waar; de maatschappij, dat zijn wij!

Hoe het tij te keren, en is dat wel nodig?
Wees verschilling! adverteert een omroep, goed leven, propageert een ander. Samen op de wereld. Het is mijn mening dat deze wereld mensen nodig heeft die zeker in hun schoenen staan en het lef tonen dat nodig is om teweer te staan tegenover geweld en onverschilligheid. En die zekerheid ontstaat niet op school, niet op straat, zelfs niet in de kinderkamer. Al in de eerste uren en dagen van een kind kan een moeder helpen met het sterk maken van haar kind en het (uiteindelijk) verbeteren van de wereld. Door te reageren op de behoeftes van een kind, krijgt het kind duidelijk te boodschap: jij mag er zijn, jij doet er toe, er wordt naar jou geluisterd. Door het kind te laten voelen dat zijn moeder er voor hem is, krijgt hij de zekerheid en het vertrouwen die nodig zijn om sterk te staan voor wat voor jou belangrijk is. Je wordt immers gesteund, gedragen? Er is een vangnet, en veilig nest van waaruit je kunt werken en de wereld ontdekken. Want of je nu 1 bent, of 8 of 18: er is zoveel moois te ontdekken als je om je heen kunt kijken met de rustige, open blik van liefde.

Gedicht Annie MG Smid:
Interview Lea Dasberg:
veilige hechting volgens Beatrijs Smulders:
Over de invoering van de leerplicht en de wet op kinderarbeid:

11 juli 2011

De eerste paar jaren

Een kind leert en groeit in de eerste levensjaren meer dan in welk ander moment tijdens het leven. Van een kleine, schijnbaar hulpeloze baby tot een kleuter die zindelijk is, kan lopen en fietsen misschien zelfs, een woordenschat heeft van enkele honderden woorden, de namen van zijn vriendjes weet en met hen kan spelen, de weg weet in huis, in het huis van oma en in de buurt, dat zijn favoriete boekje uit de kast kan halen en de tune van zijn favoriete TV programma herkent. Van een baby tot een kind dat klaar is voor de kleuterschool in een kleine vier jaar.

De eerste indrukken van een pasgeborene zijn belangrijk voor verdere ervaringen; een kind dat ervaart dat er van hem gehouden wordt, dat mensen reageren op zijn wensen en behoeftes, zal later in zijn leven anders omgaan met andere mensen dan een kind dat leert dat zijn behoeftes en verlangens niet ingewilligd worden, dat een ander bepaald wat er gebeurt en wat hij doet en eet, en wanneer. Een baby huilt niet zomaar om niets. Tenminste, de meeste niet. Uitzonderingen daargelaten zal een baby pas gaan huilen als hij zijn hele arsenaal aan aandachttrekkende acties heeft geprobeerd zonder resultaat.

Stel je voor: u zit op een terras en de bediening let niet op; eerst zal u proberen oogcontact te krijgen met een van de obers. Als dat niet lukt zal u misschien uw hand opsteken, zwaaien. Dan gaat u misschien roepen, in een poging contact en service te krijgen. Als dit alles niet lukt, zal u ofwel naar een ober toestappen om uw beklag en uw bestelling te doen, ofwel opstappen en een ander terras zoeken waar men wel op uw klandizie gesteld is.
Precies zo vergaat het een baby; eerst zal hij gaan bewegen, draaien en om zich heen reiken in de hoop een ander mens te voelen die hem kan helpen. Als daar niemand is, zal hij met geluiden de aandacht op zich proberen te vestigen; smakken, hummen en meer bewegen. Pas als dat alles niet lukt zal hij meer volume gaan produceren door een zacht huiltje in te zetten en als dat ook niet werkt gaat de volumeknop steeds verder open, tot er een reactie komt.
Als die reactie niet komt, zal uw baby niet direct een ander terras gaan zoeken, wel zal hij zich realiseren dat zijn behoeftes kennelijk niet belangrijk voor u zijn. Een stap verder zal daaruit voortkomen dat mensen geen rekening met elkaars behoeftes hoeven te houden. (er wordt immers ook geen rekening gehouden met mijn behoeftes?) En de behoefte aan liefde en aandacht is daarbij net zo belangrijk als de behoefte aan eten en drinken.
Kinderen die hun rommel op straat gooien, jongeren die midden in de nacht herrie maken, bushokjes slopen en iemand die hen erop aanspreekt in elkaar slaan; je hoeft geen begrip op te brengen, maar het is wel te begrijpen. Als niemand jou en jouw behoeftes respecteert, waarom zou je dan respect hebben voor een ander?
Opvoeden gebeurt vooral in de eerste paar jaar, daarna valt er nog van alles aan te schaven, te leren en te slijpen. Het belangrijkste is dan echter gebeurt; zelfbewustzijn en zelfrespect zijn voorbodes voor maatschappelijk bewustzijn en respect voor anderen. Zoals je niet een fles voor de bovenste helft kunt vullen, zo kan het een niet zonder het ander. 

Links:
Tips voor opgroeien in verbondenheid met jezelf, de ander, de materie, maatschappij en de natuur.

5 gevaarlijke dingen om met uw kinderen te doen en waarom een beetje gevaar belangrijk is voor je opvoeding

Eurolac

Over (on)veilige hechting

5 juli 2011

Wat is het?

De bevalling is goed verlopen, het bed is verschoont, de baby ligt tevreden aan moeders borst en vader gaat de familie bellen met dit heuglijke nieuws. Na de felicitaties (soms zelfs daarvoor) komt de vraag: Wat is het?
Is het niet vreemd, dat juist datgene wat zo privé is dat je geacht wordt het in het openbaar altijd te bedekken, als je net geboren bent het eerste is waar iedereen naar vraagt.

Wat is het?
Een gezond mensenkind, een baby, een kind, … Hoe waar ook, zijn niet de antwoorden die mensen willen horen. De vraag is eigenlijk: hoe ziet het kind er tussen de benen uit, welke vorm heeft zijn geslachtsorgaan? Is het lichaam van de pasgeborene mannelijk of vrouwelijk gebouwd?
Wat ís het?
Maakt een geslachtsorgaan uit wat je bent? Meer dan je huidskleur, je interesses, je intelligentie of je sociale of etnische achtergrond?
Zodra het geslacht openbaar is gemaakt, wordt door de omgeving onderscheid gemaakt. Niet expliciet, maar heel subtiel laat het bezoek (en de ouders) aan het kind weten wat zij verwachten, wat hoort bij het geslacht.
Elk geslacht heeft zijn eigen bijvoeglijke naamwoorden, speelgoed, kleding, stijl en kleuren. Zo wordt subtiel maar zeker vanaf de eerste dagen aan het kind doorgegeven welke verwachtingen de maatschappij heeft.
Meisjes zijn lief of soms kattig, dragen roze en jurkjes en spelen met poppen. Meisjes zijn beter in talen, gesprekken en sociale vaardigheden en doen het daarom redelijk goed op school. Meisjes rijden pony en houden van shoppen.
Jongens zijn stoer of soms onhandig, dragen een spijkerbroek, gympen, een pet en spelen met autootjes en gamen. Jongens zijn niet zo goed op school omdat ze niet zo talig zijn, beter in wiskunde en exacte vakken. Jongens houden van voetballen, fietsen en buiten spelen. Jongens zijn niet zo schoon op zichzelf en geven niets om kleren.
Als je vaak genoeg hoort dat je zus of zo bent omdat dit bij jou geslacht hoort, zal je vanzelf je daarnaar gaan gedragen en daar kun je niets aan doen; je bént toch je geslacht?
Wat is het?
Het is lastig aan te tonen of geslachtsgebonden gedrag aangeboren of aangeleerd is, omdat de aanwijzingen die gegeven worden zo klein en subtiel zijn. Toch zijn de verschillen tussen verschillende etnische groepen zo opvallend en de overeenkomsten tussen verschillende geslachten zo groot dat het te verdedigen is dat het aangeleerd gedrag is.  
En dat gender gerelateerd denken beïnvloed de wereld om ons heen; er is weinig te koop dat niet ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ bedoeld is; kleding, portemonnees, rugzakken, schooltassen, agenda’s, verzorgingsproducten. Een mens moet en zal man of vrouw zijn.

Heb je een baby? Doe eens een kort onderzoek: vertel mensen op straat afwisselend dat je baby een jongen of een meisje is en kijk hoe mensen verschillend reageren.

Het is lastig om genderneutraal te reageren op je kind; je hebt immers nooit geleerd hoe dat is, het beoordelen op gender is al generaties de norm. Toch zijn er verschillende initiatieven van ouders en professionals om genderneutraal met in elk geval jonge kinderen om te gaan. Het is interessant om dit te volgen en te zien hoe deze kinderen zich ontwikkelen.  


Links:
Genderneutrale kinderopvang;


Ouders houden geslacht van hun kind geheim;

Het idee M/V;

21 juni 2011

Master Moeder II: de 3 R'en II

Vergeet de drie R’en.
Concreter: vergeet dat het er drie zouden moeten zijn. In een sessie met ervaren moeders en deskundigen kwamen wij tot minstens 7 R’en die helpen een gezin draaiende te houden.
De R, met zijn strak rechte rug, een ronde, schijnbaar zachte borst, heeft een been vooruit gestoken, alsof hij een stap naar voren doet. Deze R staat symbool voor een hoop zaken in het leven:
Je vertrouwt op het Ritme van je hartslag en je ademhaling; . Regelmaat ontstaat vaak vanuit Ritme; Reinheid is in die zin dan ook geen doel op zich.De Ruimte die een kind nodig heeft, groeit evenredig met de groei van het kind zelf. 



Ritme
Ritme zit in alles. Ritme van de dagen, de seizoenen, de generaties. Je vertrouwt op het ritme van je hartslag en je ademhaling. Zo kun je ook vertrouwen op het ritme dat moeder en kind samen ontwikkelen, een ritme van slapen, drinken, wakker zijn. Het is zelden nodig en meestal niet wenselijk een ritme op te dringen, het ontwikkelt zich vanzelf. Durf eens het ritme van je kind te volgen en kijk wat er gebeurt. Het zou best kunnen dat het volgen van het ritme zonder de druk van dat het anders moet, juist de rust geeft die moeder en kind nodig hebben. (zie drie R’en deel 1 voor Rust)
Vergeet de klok, draai de wekker om en volg het ritme van voedingen, slapen en wakker worden. Vertrouw op het ritme van je hart.

Regelmaat
Regelmaat ligt dicht tegen ritme aan. Regelmaat ontstaat vaak vanuit ritme. Regelmaat geeft aan dat zaken vaak op dezelfde manier en dezelfde momenten terugkomen. Regelmaat hoeft geen goede zaak te zijn: elke dag dronken is ook een regelmatig leven J.  
Regelmaat is er ook in wat voor boodschap een moeder haar kind geeft; als zij reageert op zijn behoeftes en verzoeken, leert het kind luisteren naar de regelmaat van zijn lichaam en leven. Als hij honger heeft kan hij eten om dat gevoel kwijt te raken. En zo kunnen de meeste vervelende sensaties opgelost worden door vervullen van een behoefte. De regelmaat van de spijsvertering en van wakker en slapen, dag en nacht wordt stap voor stap ontdekt.



Reinheid
Is de derde van de drie ‘klassieke’ R’en. Reinheid wordt vaak geïnterpreteerd als hygiëne; het schoonhouden van huis en omgeving van moeder en kind. En niemand zal ontkennen dat een zekere mate van hygiëne belangrijk is voor leven en welzijn van elke mens. Huishoudelijke hygiëne dient dan ook dat doel: de gezondheid en het welzijn van de mensen die in het huis wonen en verblijven. Reinheid is in die zin dan ook geen doel op zich. In het leven van moeder en kind zou deze reinheid dan niet de overhand moeten hebben: mensen gaan voor dingen.
Reinheid van woorden en daden dient hetzelfde doel als eerder genoemde ‘fysieke’ reinheid. Gezondheid en welzijn is niet alleen de afwezigheid van bacteriën, ook je erkent en gewenst voelen maakt deel uit van iemands gezondheid. Maslov omschrijft menselijke behoeften als een pyramide, onderin de basale behoeften als voedsel, drinken, veiligheid en geborgenheid en sociale interactie. Pas als aan deze behoeften voldaan is, kan een individu groeien en op zoek gaan naar persoonlijke ontwikkeling, zingeving en esthetiek.
Door rein tegen en over haar kind te spreken, kan een moeder dat kind laten merken dat het kind gewenst, geliefd en erkend is. En daarmee de basale behoeften vervullen zodat het kind verder kan kijken en groeien.

Ruimte
Een kind heeft natuurlijk veel fysieke ruimte nodig om te slapen, te spelen en te leven. Ook neemt een kind vaak een behoorlijke ruimte in van het leven van zijn moeder.
Een kind heeft ook ruimte nodig om zichzelf te ontdekken, zijn behoeftes, gevoelens, voorkeuren en persoonlijkheden. En ruimte om fouten te maken natuurlijk.
De ruimte die een kind nodig heeft, groeit evenredig met de groei van het kind zelf. In de eerste tijd kunnen moeder en kind best een ruimte delen, sterker nog: als moeder en kind in een ruimte verblijven en slapen, komt dat de rust en het gevoel van veiligheid ten goede.
Over het algemeen zal een kind, als hij de ruimte krijgt om te kiezen, zelf aangeven wanneer hij er aan toe is een eigen ruimte in gebruik te nemen.
Wat natuurlijk niet wil zeggen dat de moeder daarop moet wachten; uiteraard kan zij de ruimte nemen om (eventueel samen met het kind) een eigen ruimte voor hem inrichten. Veel kinderen zullen er wel prijs op stellen als zij de ruimte behouden te kiezen om bij hun moeder te zijn in de nacht.
Zo neemt een kind de ruimte in die er voor hem is. Die ruimte zal zich in de loop van jaren steeds meer gaan afspelen buiten het directe zicht en invloed van de moeder. Dat is ook een natuurlijk proces. Aan de moeder om hiervan te genieten, haar kind in de ruimte van de wereld en de maatschappij te zien groeien.


Reinheid: afwassen in 10 stappen ;)
http://www.youtube.com/watch?v=0AAPJZQYGUI

Boek: ruimte voor kinderen:
http://www.denieuweboekerij.nl/ruimte-voor-kinderen

15 juni 2011

Cold case; een stukje over dilemma en hechting

Je bent vijf jaar en op een avond wordt je door een vreemde mevrouw uit bed getild. Ze zegt dat ze een politie is en jou naar je moeder gaat brengen. Als ze je door de gang draagt zie je je vader en moeder, allebei met handboeien om naar buiten lopen en in een andere auto stappen. Jij gaat met die vreemde mevrouw in een auto naar een vreemd huis, waar een andere vreemde mevrouw zegt dat ze jou moeder is. Iedereen blij, toch?

Ik kijk graag naar detectiveseries op tv. Gewoon voor de lol en de suspense. En ook vaak voor de vragen en dilemma’s die erin verwerkt zijn. Leergericht als ik ben, bespreek ik die vraagstukken ook met mijn kinderen en voor de klas. Hoewel ik dan eerst op een of andere manier mijn leerlingen de betreffende aflevering moet laten zien want kennelijk is de jeugd niet zo geïnteresseerd in detectives.
Zo keek ik gisteravond laat nog naar ‘cold case’ een serie waarbij een speciaal team van de politie op zoek gaat in oude onopgeloste zaken. Meestal doordat iemand aankomt met nieuwe gegevens of doordat een andere, nieuwe zaak een link lijkt te hebben met iets wat soms al decenia geleden gebeurt is. Het mooie is dat in deze serie de personages wisselend in beeld worden gebracht zoals ze weren ten tijde van het misdrijf en zoals ze er nu uitzien.
Gisteren kwam een jonge vrouw op het bureau. Zij was vijf jaar geleden drugsverslaafd, maar blij met haar kind. Het kind was echter bij een brand om het leven gekomen. Nu meende zij hem in een park te hebben gezien. Uiteraard, zoals een goede Amerikaanse serie betaamd, werd in de loop van de aflevering uitgeplozen wat er werkelijk gebeurt was; een kinderloos echtpaar had gebruik gemaakt van de mogelijkheden en hadden het kind als zijnde hun eigen kind in huis genomen en grootgebracht. Hun motivatie was simpel; wij kunnen dat kind veel meer bieden dan een alleenstaande drugsverslaafde moeder.
Bij een dergelijke zaak kan ik niet anders dan de verdere ontwikkelingen zien door de ogen van het kind; Je bent vijf jaar en op een avond wordt je door een vreemde mevrouw uit bed getild. Ze zegt dat ze een politie is en jou naar je moeder gaat brengen. Als ze je door de gang draagt zie je je vader en moeder, allebei met handboeien om naar buiten lopen en in een andere auto stappen. Jij gaat met die vreemde mevrouw in een auto naar een vreemd huis, waar een andere vreemde mevrouw zegt dat ze jou moeder is. Iedereen blij, toch?
Natuurlijk moet diefstal van een kind bestraft worden, juridisch is er nu juist gehandeld. Ik hoop wel dat het kind de eerste tijd nog goed begeleid wordt.     

Het belangrijkste deel van een kind opvoeden gebeurt in de eerste vier a vijf jaar. Daarna wordt er nog wel nieuw gedrag bijgeleerd, geschaafd en opgepoetst natuurlijk, maar de basis, de kiel, het fundament is dan gelegd. In de peuter en kleuter periode leert een kind wie er bij zijn ‘stam’ horen, hoe mensen op elkaar reageren, wat lief en wat stout is en dat het veilig is om bij elkaar te zijn.
Het vertrouwen in jezelf en je omgeving, het opbouwen en onderhouden van relaties, jou rol in een groep en het omgaan met en reageren op je omgeving leer je vanuit die veilige stam.

Wat gebeurt er dan als je middenin of tegen het einde van die periode opeens uit je eigen veilige stam gehaald wordt en bij een andere, nieuwe gevoegd?  Ik zou graag het vervolg van deze cold case zien; Hoe vergaat het Max over 10, 20 jaar?

Everything I really need to know I learned in kindergarten:

Cold case:

Tinbergenlezing 2010: Sara B. Hrdy: Apen, moeders en mensenkinderen

13 juni 2011

Master Moeder II: de 3 R'en


Vergeet de drie R’en.
Concreter: vergeet dat het er drie zouden moeten zijn. In een sessie met ervaren moeders en deskundigen kwamen wij tot minstens 7 R’en die helpen een gezin draaiende te houden.
De R, met zijn strak rechte rug, een ronde, schijnbaar zachte borst, heeft een been vooruit gestoken, alsof hij een stap naar voren doet. Deze R staat symbool voor een hoop zaken in het leven. Een R alleen is echter niets, alleen samen kunnen zij houvast bieden in de stormen van het leven. Ze versterken en ondersteunen elkaar. Zoals partners in een goede relatie. En dan hebben we meteen de eerste R te pakken; 

Relatie.
Er is niet zoiets als een baby, er is altijd een baby en iemand anders. En dat blijft eigenlijk het hele leven zo; een mens is pas iets of iemand in relatie met iets of iemand anders. En elke relatie die je hebt, beïnvloedt je andere relaties.
Een conflict met een collega maakt je naar je kinderen toe mopperig of misschien juist stil. En als de buurvrouw over de heg zegt: ‘wat gilde jou kind gisteren zeg’ dan voel je weer de schrik van het van de trap vallen of de woede en het schuldgevoel van de klap. En die emotie neem je weer mee naar de volgende ontmoeting. Zo heeft elke relatie, hoe kort of schijnbaar onbelangrijk ook, invloed op jou andere relaties. Jijzelf staat echter aan het roer; jij kun kiezen hoe je met die invloeden omgaat.

Rust
Rust is vaak een schaars goed als je een baby hebt. Rust is vaak te vinden in onverwachte momenten. Rust is vaak juist niet te vinden in je baby op zijn eigen kamer in zijn eigen bedje, hoewel veel mensen je dat zullen vertellen. Over het algemeen is een baby rustig als hij bij iemand is. En bij wie zou hij liever zijn dan bij zijn moeder? Een baby tot een maand of 10 heeft nog geen objectpermanentie, geen besef van een wereld buiten dat stukje wat hij direct ervaart. Iets wat hij niet kan zien, horen, voelen, ruiken of proeven, ís er niet. Dat jij even weg bent en zo terugkomt, kan hij nog niet begrijpen. Het enige wat hij weet, is dat je er niet bent. En die eenzaamheid kan een baby erg beangstigen, hij kan immers niet alleen overleven. Voor een baby is het dus rustgevend als hij weet dat er iemand bij hem is. Dat is dan voor de moeder meestal ook het rustigst; als de baby in haar buurt is of zij weet dat de baby in nabijheid is van een vertrouwd persoon. Baby’s en moeders die een kamer delen, slapen over het algemeen rustiger en zijn daardoor beter uitgerust. In veel culturen delen ouders en kinderen lange tijd een bed. Rust zit ook in zelfvertrouwen en vertrouwen op je kind.

Relativeren
Als moeder krijg je te maken met een stroom informatie en adviezen uit allerlei richtingen. Buren, (schoon)moeders, collegae, internet, deze blog; iedereen lijkt een mening te hebben over hoe je met je gezin zou moeten omgaan. Luister, lees en neem alles rustig tot je. Kauw er even op en filter er dan uit waar je iets aan hebt of iets mee kunt. Gebruik wat jij denkt dat nu goed is voor jou en je gezin en vergeet de rest.
Slechts de eeuwige is perfect (en misschien valt daar zelfs nog iets op af te dingen). Fouten maken, misstappen begaan en blunderen horen bij het leven. Proberen dit te voorkomen kan tot stress of juist verlamming leiden. Ga vooral vooruit! Wees een R en neem gewoon de volgende kleine stap. Maak je geen zorgen over de invloed van een kleine stap. Wie vooruit kijkt blijft op de goede weg. 

Andere R'en: 
Ritme
Regelmaat
Reinheid
Ruimte
Komen in een volgende blog aan de orde.


Project over uitspraak van de R:
http://www.youtube.com/watch?v=onfiu8Rbhro


9 juni 2011

Master Moeder I

Er ís een opleiding tot moeder. Een heel grote opleiding waar iedereen die een kind baart, of eigenlijk al eerder automatisch wordt ingeschreven. Hoewel groot, is de opleiding kleinschalig van opzet; elke student krijgt haar eigen opleider. Deze docent opleider is over het algemeen streng en hardvochtig. Niet altijd direct, sommige studenten merken weinig tot niets van zijn aanwezigheid tot die niet meer ontkent kan worden. Anderen echter zijn al snel letterlijk ziek van zijn bestaan. 

Op zeker moment krijgt elke student echter met de opleider te maken en meestal blijkt deze veeleisend. Alle aandacht van de student wordt naar de opleiding getrokken. De gedragsverandering die verlangd wordt, is voor sommige studenten groter dan voor anderen. Elke student merkt echter zaken op die haar teveel worden. Uit de opleiding stappen is echter niet meer mogelijk; de docent is dwingend op dit punt. Veel studenten kunnen echter de druk van de opleiding niet aan, niet zelden overwegen zij drastische maatregelen als fysiek geweld jegens hun opleider. Sommige gaan daar ook daadwerkelijk toe over.

Is de start van de opleiding niet duidelijk, nog minder concreet zijn de doelen en competenties die behaald moeten worden. Wat maakt iemand tot een goede, competente moeder? Het curriculum staat niet vast, de eindtermen zijn niet omschreven en deze lijken ook per opleider sterk te verschillen.  Dat maakt het voor de student niet eenvoudig. Gelukkig is er veel literatuur over de functie te vinden en ook is internet een bron van informatie. Daarnaast krijgt de student tijdens de opleiding te maken met vele adviseurs die de student willen ondersteunen en begeleiden met adviezen op allerlei fronten. Dat deze adviseurs elkaar en de overige informatie tegenspreken, is echter meer regel dan uitzondering, wat de verwarring over de te bereiken einddoelen niet minder maakt.

Vooral de eerste periode van de opleiding is zwaar, als de opleider echt alle aandacht van de student opeist. De student moet uiteindelijk zelf uitvinden wat voor haar en de opleider de beste omgangsvorm is. Daar dit meestal een lange periode is van trail and error, kunnen momenten van vooruitgang, frustrerende vertraging en schijnbare achteruitgang elkaar afwisselen. Dat maakt de student vaak oververmoeid en onzeker en daardoor gevoelig voor invloeden van allerlei al dan niet goedbedoelde hulp.

Veel adviezen van buitenstaanders zijn vreemd genoeg gebaseerd op het idee dat het het beste is níet naar de opleider te luisteren. Veel mensen lijken ervan overtuigd dat de bedoelingen van de opleider kwaadwillend zijn;
‘Als je nu toegeeft, lopen ze later over je heen’
‘Als je daaraan gaat beginnen, krijg je dat er later niet meer uit.’
‘Daar ga je later spijt van krijgen’
Uitzonderingen daargelaten, weet de opleider meestal goed wat nodig is voor de ontwikkeling van de student, zijn eigen ontwikkeling en die van hun relatie. Het is daarom belangrijk dat de student het vertrouwen krijgt in de opleider en in haar eigen instincten. Als zij die durft volgen en de aanwijzingen van de opleider leert begrijpen en volgen, zal deze periode over het algemeen soepeler verlopen.

Hoewel de opleiding intensief is, lang duurt (een studieloopbaan van 18 jaar of langer is geen uitzondering) en bovendien een belangrijk maatschappelijk doel dient, wacht aan het einde geen diploma en zelfs geen maatschappelijke waardering. Ook gedurende de opleiding zullen vrienden noch werkgevers onder de indruk zijn van de prestaties en studieresultaten. De student zal slechts waardering krijgen voor het onopvallend houden van haar opleiding. Student en opleider worden geacht lange tijd van elkaar gescheiden te zijn. De studie komt dan vaak neer op de nachten en weekenden, wat weer vermoeidheid of stress kan veroorzaken bij beiden. Het is daarom belangrijk dagelijks een moment in te stellen voor de studie. Even afstemmen hoe het ermee staat of plannen voor de komende tijd doorspreken kan al voldoende zijn om de studielast in incourante uren te verminderen.

Aandacht van buiten de opleiding komt meestal slechts dan, wanneer de opleiding tot problemen leidt en de relatie van opleider en student verstoort raakt. Soms ziet een student niet dat de opleider naar een ander studieniveau gaat, soms gaat de student ook te snel naar een ander niveau. De opleider zal dan over kunnen gaan tot grovere manieren om de aandacht naar de opleiding terug te krijgen.
De student wordt dan door andere betrokkenen aangesproken op haar ‘falen’ in de opleiding. Ook dan komen de eerder genoemde adviseurs op de proppen met vele, elkaar vaak tegensprekende adviezen. Omdat hier vaak dwingende krachten aan te pas komen, is het voor de student lastig aandacht te houden bij haar doel; het voltooien van de opleiding, het oppikken van signalen van de opleider en het volgen van eigen instincten. Als dit in de eerste periode goed getraind is, zal dat in voorkomende gevallen vruchten afwerpen.

Ook op waardering van de opleider zelf hoeft de student niet te rekenen; na jaren van inspanning en intensieve samenwerking, volgt er geen feestelijke diploma uitreiking of afsluitend examenfeest; een leeg nest is wat de student rest.
Toegegeven; de opleiding is zwaar en intensief, bij tijd en wijle uitermate frustrerend en over het algemeen deprimerend ondergewaardeerd. Toch is het een opleiding die ik iedereen kan aanraden. Niet alleen wordt je er een sterker en beter mens van, ook lever je een bijdrage aan de toekomst. En hoewel er geen diploma aan vast zit is het resultaat in veel gevallen zichtbaar en tevreden stemmend.