24 juli 2011

een kind moet wel kind kunnen zijn...


Een kind is een kind, tot ie groot wordt…
Hoelang duurt de kindertijd? Wat is een goede leeftijd om je kind voor te lichten, wanneer mag de verkering blijven slapen, wanneer kan je kind klusjes doen, helpen in het huis, een baantje nemen, begrijpen dat er soms geen geld is, alleen thuis zijn, alleen op vakantie gaan, op zichzelf gaan wonen… hoe snel of hoe langzaam wordt je kind groot?

Er was een tijd dat kinderen maar erg kort ‘kind’ konden zijn; gezinnen woonden met allen in 1 kamer waar werd gegeten, geleefd, geslapen, gevreeën en gestorven. Jongens van 7 of 8 jaar gingen met hun vader de mijn in of aan het werk op het land, meisjes van nauwelijks ouder gingen naar een ‘dienstje’ of kregen ook klussen in de fabriek of in het boerenbedrijf. Ganzen, geiten of varkens hoeden, mijnkarretjes duwen, het vee eten geven, tabaksbladeren rollen, bollen pellen, fruit plukken, allemaal klusjes die uitstekend door kinderen gedaan kunnen worden. De invoering van de leerplicht was voor veel kinderen vooral een verzwaring van hun dagtaak; naast hun gewone werk, moesten ze ook naar school!  
Met de economische groei en welvaartsstaat werd het minder noodzakelijk dat kinderen een bijdrage leverden aan het gezinsinkomen. De kinderen konden de hele dag naar school en konden ‘kind zijn’. Ze hoefden niet meer snel groot te worden. De huizen werden groter en er ontstond een verschijnsel als een kinderkamer; wat tekenend is voor de afzondering van het kind uit de ‘grotemensenwereld’. Het kind werd een aparte soort, afgeschermd van de wereld van de volwassenen. Kinderen kregen eigen speelgoed, kleren en boeken. Boeken waarin een wereld van elfjes, prinsessen en zeemeerminnen werd geschetst.
De klassieke sprookjes werden herschreven om de ‘tere kinderziel’ te beschermen; Roodkapje en haar oma werden gered uit de wolf, in latere versies werden ze zelfs gered vóór ze zijn opgegeten. De prinses moest de kikker gaan kussen om een prins tevoorschijn te toveren, (in plaats van hem tegen de muur te gooien) en zelfs de kleine zeemeermin overleeft aan het einde van het verhaal.  Kinderen kwamen te leven in een wereld van verzorgd worden, spel en onmondigheid. Ze nemen geen deel (meer) aan het dagelijkse leven van de volwassenen.

Inmiddels, in het begin van de 21e eeuw rijden kinderen op de achterbank van het ene naar het volgende clubje, stapt een ouder naar school als het kind straf krijgt, zijn de speeltuinen verplicht kunstgras en zachte ondergrond aan te brengen, worden alle speeltoestellen regelmatig gecontroleerd en gekeurd. Daarnaast toont onderzoek aan dat de hersenen van jongeren niet in staat zouden zijn tot plannen, tot het dragen van verantwoordelijkheid en het zien van gevolgen van hun daden. Jongeren vertonen vaak een soort vreemde combinatie van wereldwijsheid en naïviteit; ze weten alles van voortplanting, seks en drugs en rock&roll, tegelijk raken ze snel in paniek als er werkelijk iets gebeurt, een ongeluk of een akelige ziekte of onverwachte gebeurtenis. Ze zijn open en zelfstandig, tegelijk zullen ze niet gauw ergens voor door het vuur gaan, het moet allemaal wel leuk blijven.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen; jongeren die alle verleidingen weerstaan voor hun sport of hun passie. Veel jongeren hebben echter weinig tot geen binding met de wereld om hen heen; ze leven slechts voor zichzelf, voelen geen verantwoordelijkheid voor hun omgeving en geen verbondenheid met anderen. De maatschappij, dat ben jij! Een poging om de verbondenheid op te krikken, lijkt gedoemd te mislukken, en toch is het zo waar; de maatschappij, dat zijn wij!

Hoe het tij te keren, en is dat wel nodig?
Wees verschilling! adverteert een omroep, goed leven, propageert een ander. Samen op de wereld. Het is mijn mening dat deze wereld mensen nodig heeft die zeker in hun schoenen staan en het lef tonen dat nodig is om teweer te staan tegenover geweld en onverschilligheid. En die zekerheid ontstaat niet op school, niet op straat, zelfs niet in de kinderkamer. Al in de eerste uren en dagen van een kind kan een moeder helpen met het sterk maken van haar kind en het (uiteindelijk) verbeteren van de wereld. Door te reageren op de behoeftes van een kind, krijgt het kind duidelijk te boodschap: jij mag er zijn, jij doet er toe, er wordt naar jou geluisterd. Door het kind te laten voelen dat zijn moeder er voor hem is, krijgt hij de zekerheid en het vertrouwen die nodig zijn om sterk te staan voor wat voor jou belangrijk is. Je wordt immers gesteund, gedragen? Er is een vangnet, en veilig nest van waaruit je kunt werken en de wereld ontdekken. Want of je nu 1 bent, of 8 of 18: er is zoveel moois te ontdekken als je om je heen kunt kijken met de rustige, open blik van liefde.

Gedicht Annie MG Smid:
Interview Lea Dasberg:
veilige hechting volgens Beatrijs Smulders:
Over de invoering van de leerplicht en de wet op kinderarbeid:

11 juli 2011

De eerste paar jaren

Een kind leert en groeit in de eerste levensjaren meer dan in welk ander moment tijdens het leven. Van een kleine, schijnbaar hulpeloze baby tot een kleuter die zindelijk is, kan lopen en fietsen misschien zelfs, een woordenschat heeft van enkele honderden woorden, de namen van zijn vriendjes weet en met hen kan spelen, de weg weet in huis, in het huis van oma en in de buurt, dat zijn favoriete boekje uit de kast kan halen en de tune van zijn favoriete TV programma herkent. Van een baby tot een kind dat klaar is voor de kleuterschool in een kleine vier jaar.

De eerste indrukken van een pasgeborene zijn belangrijk voor verdere ervaringen; een kind dat ervaart dat er van hem gehouden wordt, dat mensen reageren op zijn wensen en behoeftes, zal later in zijn leven anders omgaan met andere mensen dan een kind dat leert dat zijn behoeftes en verlangens niet ingewilligd worden, dat een ander bepaald wat er gebeurt en wat hij doet en eet, en wanneer. Een baby huilt niet zomaar om niets. Tenminste, de meeste niet. Uitzonderingen daargelaten zal een baby pas gaan huilen als hij zijn hele arsenaal aan aandachttrekkende acties heeft geprobeerd zonder resultaat.

Stel je voor: u zit op een terras en de bediening let niet op; eerst zal u proberen oogcontact te krijgen met een van de obers. Als dat niet lukt zal u misschien uw hand opsteken, zwaaien. Dan gaat u misschien roepen, in een poging contact en service te krijgen. Als dit alles niet lukt, zal u ofwel naar een ober toestappen om uw beklag en uw bestelling te doen, ofwel opstappen en een ander terras zoeken waar men wel op uw klandizie gesteld is.
Precies zo vergaat het een baby; eerst zal hij gaan bewegen, draaien en om zich heen reiken in de hoop een ander mens te voelen die hem kan helpen. Als daar niemand is, zal hij met geluiden de aandacht op zich proberen te vestigen; smakken, hummen en meer bewegen. Pas als dat alles niet lukt zal hij meer volume gaan produceren door een zacht huiltje in te zetten en als dat ook niet werkt gaat de volumeknop steeds verder open, tot er een reactie komt.
Als die reactie niet komt, zal uw baby niet direct een ander terras gaan zoeken, wel zal hij zich realiseren dat zijn behoeftes kennelijk niet belangrijk voor u zijn. Een stap verder zal daaruit voortkomen dat mensen geen rekening met elkaars behoeftes hoeven te houden. (er wordt immers ook geen rekening gehouden met mijn behoeftes?) En de behoefte aan liefde en aandacht is daarbij net zo belangrijk als de behoefte aan eten en drinken.
Kinderen die hun rommel op straat gooien, jongeren die midden in de nacht herrie maken, bushokjes slopen en iemand die hen erop aanspreekt in elkaar slaan; je hoeft geen begrip op te brengen, maar het is wel te begrijpen. Als niemand jou en jouw behoeftes respecteert, waarom zou je dan respect hebben voor een ander?
Opvoeden gebeurt vooral in de eerste paar jaar, daarna valt er nog van alles aan te schaven, te leren en te slijpen. Het belangrijkste is dan echter gebeurt; zelfbewustzijn en zelfrespect zijn voorbodes voor maatschappelijk bewustzijn en respect voor anderen. Zoals je niet een fles voor de bovenste helft kunt vullen, zo kan het een niet zonder het ander. 

Links:
Tips voor opgroeien in verbondenheid met jezelf, de ander, de materie, maatschappij en de natuur.

5 gevaarlijke dingen om met uw kinderen te doen en waarom een beetje gevaar belangrijk is voor je opvoeding

Eurolac

Over (on)veilige hechting

5 juli 2011

Wat is het?

De bevalling is goed verlopen, het bed is verschoont, de baby ligt tevreden aan moeders borst en vader gaat de familie bellen met dit heuglijke nieuws. Na de felicitaties (soms zelfs daarvoor) komt de vraag: Wat is het?
Is het niet vreemd, dat juist datgene wat zo privé is dat je geacht wordt het in het openbaar altijd te bedekken, als je net geboren bent het eerste is waar iedereen naar vraagt.

Wat is het?
Een gezond mensenkind, een baby, een kind, … Hoe waar ook, zijn niet de antwoorden die mensen willen horen. De vraag is eigenlijk: hoe ziet het kind er tussen de benen uit, welke vorm heeft zijn geslachtsorgaan? Is het lichaam van de pasgeborene mannelijk of vrouwelijk gebouwd?
Wat ís het?
Maakt een geslachtsorgaan uit wat je bent? Meer dan je huidskleur, je interesses, je intelligentie of je sociale of etnische achtergrond?
Zodra het geslacht openbaar is gemaakt, wordt door de omgeving onderscheid gemaakt. Niet expliciet, maar heel subtiel laat het bezoek (en de ouders) aan het kind weten wat zij verwachten, wat hoort bij het geslacht.
Elk geslacht heeft zijn eigen bijvoeglijke naamwoorden, speelgoed, kleding, stijl en kleuren. Zo wordt subtiel maar zeker vanaf de eerste dagen aan het kind doorgegeven welke verwachtingen de maatschappij heeft.
Meisjes zijn lief of soms kattig, dragen roze en jurkjes en spelen met poppen. Meisjes zijn beter in talen, gesprekken en sociale vaardigheden en doen het daarom redelijk goed op school. Meisjes rijden pony en houden van shoppen.
Jongens zijn stoer of soms onhandig, dragen een spijkerbroek, gympen, een pet en spelen met autootjes en gamen. Jongens zijn niet zo goed op school omdat ze niet zo talig zijn, beter in wiskunde en exacte vakken. Jongens houden van voetballen, fietsen en buiten spelen. Jongens zijn niet zo schoon op zichzelf en geven niets om kleren.
Als je vaak genoeg hoort dat je zus of zo bent omdat dit bij jou geslacht hoort, zal je vanzelf je daarnaar gaan gedragen en daar kun je niets aan doen; je bént toch je geslacht?
Wat is het?
Het is lastig aan te tonen of geslachtsgebonden gedrag aangeboren of aangeleerd is, omdat de aanwijzingen die gegeven worden zo klein en subtiel zijn. Toch zijn de verschillen tussen verschillende etnische groepen zo opvallend en de overeenkomsten tussen verschillende geslachten zo groot dat het te verdedigen is dat het aangeleerd gedrag is.  
En dat gender gerelateerd denken beïnvloed de wereld om ons heen; er is weinig te koop dat niet ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ bedoeld is; kleding, portemonnees, rugzakken, schooltassen, agenda’s, verzorgingsproducten. Een mens moet en zal man of vrouw zijn.

Heb je een baby? Doe eens een kort onderzoek: vertel mensen op straat afwisselend dat je baby een jongen of een meisje is en kijk hoe mensen verschillend reageren.

Het is lastig om genderneutraal te reageren op je kind; je hebt immers nooit geleerd hoe dat is, het beoordelen op gender is al generaties de norm. Toch zijn er verschillende initiatieven van ouders en professionals om genderneutraal met in elk geval jonge kinderen om te gaan. Het is interessant om dit te volgen en te zien hoe deze kinderen zich ontwikkelen.  


Links:
Genderneutrale kinderopvang;


Ouders houden geslacht van hun kind geheim;

Het idee M/V;