Een kind is een kind, tot ie groot wordt…
Hoelang duurt de kindertijd? Wat is een goede leeftijd om je kind voor te lichten, wanneer mag de verkering blijven slapen, wanneer kan je kind klusjes doen, helpen in het huis, een baantje nemen, begrijpen dat er soms geen geld is, alleen thuis zijn, alleen op vakantie gaan, op zichzelf gaan wonen… hoe snel of hoe langzaam wordt je kind groot?
Er was een tijd dat kinderen maar erg kort ‘kind’ konden zijn; gezinnen woonden met allen in 1 kamer waar werd gegeten, geleefd, geslapen, gevreeën en gestorven. Jongens van 7 of 8 jaar gingen met hun vader de mijn in of aan het werk op het land, meisjes van nauwelijks ouder gingen naar een ‘dienstje’ of kregen ook klussen in de fabriek of in het boerenbedrijf. Ganzen, geiten of varkens hoeden, mijnkarretjes duwen, het vee eten geven, tabaksbladeren rollen, bollen pellen, fruit plukken, allemaal klusjes die uitstekend door kinderen gedaan kunnen worden. De invoering van de leerplicht was voor veel kinderen vooral een verzwaring van hun dagtaak; naast hun gewone werk, moesten ze ook naar school!
Met de economische groei en welvaartsstaat werd het minder noodzakelijk dat kinderen een bijdrage leverden aan het gezinsinkomen. De kinderen konden de hele dag naar school en konden ‘kind zijn’. Ze hoefden niet meer snel groot te worden. De huizen werden groter en er ontstond een verschijnsel als een kinderkamer; wat tekenend is voor de afzondering van het kind uit de ‘grotemensenwereld’. Het kind werd een aparte soort, afgeschermd van de wereld van de volwassenen. Kinderen kregen eigen speelgoed, kleren en boeken. Boeken waarin een wereld van elfjes, prinsessen en zeemeerminnen werd geschetst.
De klassieke sprookjes werden herschreven om de ‘tere kinderziel’ te beschermen; Roodkapje en haar oma werden gered uit de wolf, in latere versies werden ze zelfs gered vóór ze zijn opgegeten. De prinses moest de kikker gaan kussen om een prins tevoorschijn te toveren, (in plaats van hem tegen de muur te gooien) en zelfs de kleine zeemeermin overleeft aan het einde van het verhaal. Kinderen kwamen te leven in een wereld van verzorgd worden, spel en onmondigheid. Ze nemen geen deel (meer) aan het dagelijkse leven van de volwassenen.
Inmiddels, in het begin van de 21e eeuw rijden kinderen op de achterbank van het ene naar het volgende clubje, stapt een ouder naar school als het kind straf krijgt, zijn de speeltuinen verplicht kunstgras en zachte ondergrond aan te brengen, worden alle speeltoestellen regelmatig gecontroleerd en gekeurd. Daarnaast toont onderzoek aan dat de hersenen van jongeren niet in staat zouden zijn tot plannen, tot het dragen van verantwoordelijkheid en het zien van gevolgen van hun daden. Jongeren vertonen vaak een soort vreemde combinatie van wereldwijsheid en naïviteit; ze weten alles van voortplanting, seks en drugs en rock&roll, tegelijk raken ze snel in paniek als er werkelijk iets gebeurt, een ongeluk of een akelige ziekte of onverwachte gebeurtenis. Ze zijn open en zelfstandig, tegelijk zullen ze niet gauw ergens voor door het vuur gaan, het moet allemaal wel leuk blijven.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen; jongeren die alle verleidingen weerstaan voor hun sport of hun passie. Veel jongeren hebben echter weinig tot geen binding met de wereld om hen heen; ze leven slechts voor zichzelf, voelen geen verantwoordelijkheid voor hun omgeving en geen verbondenheid met anderen. De maatschappij, dat ben jij! Een poging om de verbondenheid op te krikken, lijkt gedoemd te mislukken, en toch is het zo waar; de maatschappij, dat zijn wij!
Hoe het tij te keren, en is dat wel nodig?
Wees verschilling! adverteert een omroep, goed leven, propageert een ander. Samen op de wereld. Het is mijn mening dat deze wereld mensen nodig heeft die zeker in hun schoenen staan en het lef tonen dat nodig is om teweer te staan tegenover geweld en onverschilligheid. En die zekerheid ontstaat niet op school, niet op straat, zelfs niet in de kinderkamer. Al in de eerste uren en dagen van een kind kan een moeder helpen met het sterk maken van haar kind en het (uiteindelijk) verbeteren van de wereld. Door te reageren op de behoeftes van een kind, krijgt het kind duidelijk te boodschap: jij mag er zijn, jij doet er toe, er wordt naar jou geluisterd. Door het kind te laten voelen dat zijn moeder er voor hem is, krijgt hij de zekerheid en het vertrouwen die nodig zijn om sterk te staan voor wat voor jou belangrijk is. Je wordt immers gesteund, gedragen? Er is een vangnet, en veilig nest van waaruit je kunt werken en de wereld ontdekken. Want of je nu 1 bent, of 8 of 18: er is zoveel moois te ontdekken als je om je heen kunt kijken met de rustige, open blik van liefde.
Gedicht Annie MG Smid:
Interview Lea Dasberg:
veilige hechting volgens Beatrijs Smulders:
Over de invoering van de leerplicht en de wet op kinderarbeid: