Een klein kind leeft in een wereld van veilige zekerheid: Ouders houden van hun kinderen en van elkaar. Een huis is warm en veilig en er is eten als je honger hebt en drinken als je dorst hebt. Het paradijs is zo dichtbij.
Dan is daar de dag, hij komt altijd, dat er een ogenblik van ontdekking komt, meestal gevolgd door een vraag; Hoe komt het dat Marietje wel elke dag kadootjes krijgt van sinterklaas en ik niet? Waarom drinkt die baby uit een flesje en die andere uit zijn mama?
Belangrijk is wat een ouder doet met de vragen van het kind. Geeft hij een strak en eenduidig antwoord dat geen ruimte voor twijfel openlaat, wimpelt hij de vragen van het kind af met een ‘dat leg ik je later nog wel eens uit, daar ben je nu nog te klein voor’, of gaat hij mét het kind op onderzoek uit naar het hoe en waarom van de wereld. Door ‘queer’ te zijn; onderzoekend, vragend, kritisch, grensvervagend, op zoek naar een nieuwe manier van naar de wereld kijken.
Door samen op die ontdekkingsreis te gaan, niet te focussen op het beantwoorden van deze vraag maar op de ontwikkeling van het kind wint de ouder nog het kind het paradijs van zekerheden en onschuld terug, wel wint hij de wereld erbij. Een wereld die niet altijd mooi, veilig en zeker is, een wereld waar meer vragen zijn dan antwoorden. Dat is wel de wereld waar wij in leven en waarin het kind een plaats moet vinden en een verschil kan maken. Door queer te blijven kijken, vragen te blijven stellen en open op onderzoek uit te gaan.
Kindervragen:
Queer:
De bijbel queer gelezen: